Bijzonder voetbaljaar in Rusland

René Does

Ruim vier weken geleden, in het weekend van 13 en 14 maart 2011, is de nieuwe Russische voetbalcompetitie van start gegaan. Deze twintigste editie sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 moest een bijzondere worden, onder meer door het spelen van drie speelrondes. Echter, naast alle grootse plannen en hoge verwachtingen lukt het moeilijk de competitie een normaal verloop te geven. Zo blijft het Russische voetbal in sommige opzichten nog heel Russisch.

Sergej Foersenko

Sergej Foersenko. Foto: Vladimir Majorov.

Het nieuwe voetbaljaar in Rusland valt op door drie voornemens, want de Russische Voetbalbond heeft onder de nieuwe machtige voorzitter Sergej Foersenko (ex-voorzitter van Zenit Sint Petersburg) de volgende opdrachten geformuleerd: de overgang van een zomer- naar een wintercompetitie vanaf het voetbalseizoen 2012-2013, de invoering van een Erecode en de introductie van het economische principe van zelffinanciering voor voetbalclubs.

Rijke en arme clubs
Ook tussen Russische voetbalclubs bestaan grote verschillen in financiële speelruimte. In dit overgangsseizoen zal de Russische Premier League na afhandeling van de twee reguliere rondes in het najaar van 2011 opgedeeld worden in twee competities, waaraan respectievelijk de bovenste acht en de onderste acht clubs in de eindstand zullen deelnemen.

Op basis van de begrotingen is ook in Rusland met redelijk veel zekerheid te voorspellen welke voetbalclubs de dienst zullen uitmaken en na afloop van tweederde van de competitie onderling zullen gaan strijden: Zenit Sint Petersburg (165 miljoen dollar), Roebin Kazan (120 miljoen dollar), Lokomotiv Moskou (90 miljoen dollar), Spartak Moskou (85 miljoen dollar), Dinamo Moskou (80 miljoen dollar), CSKA Moskou (70 miljoen dollar), Anzji Machatsjkala (60 miljoen dollar) en Terek Grozny (50 miljoen dollar). De opdracht van Terek-trainer Ruud Gullit is dus deze bovenste helft van de twee nacompetities te halen, maar hij zal als dit slaagt de verwachting Europees voetbal te kunnen halen sterk moeten dempen.

In de onderste van de twee nacompetities, die gaat om degradatie naar de Tweede Liga te voorkomen, komen op basis van de begrotingen Krasnodar (40 miljoen dollar), Koeban Krasnodar (35 miljoen dollar), Wolga Nizjni Novgorod (32 miljoen dollar), Amkar Perm, Rostov en Tom Tomsk (alle drie 28 miljoen dollar), Krylja Sovetov Samara (25 miljoen dollar) en Spartak Naltsjik (15 miljoen dollar). (Deze bedragen stammen uit het weekblad Argoementy i Fakty. Andere bronnen noemen andere en soms lagere bedragen voor de begrotingen, maar de hierboven geschetste financiële verhoudingen tussen de clubs blijven intact.)

Ook in Rusland verkeerden en verkeren verschillende clubs in grote financiële problemen. De verklaringen hiervoor klinken bekend in de oren: in het streven naar toekomstige sportieve successen te grote uitgaven doen in spelerssalarissen, terwijl de inkomsten achterblijven en/of geen zekere basis hebben.

Zo werd vlak voor de nieuwe competitie de Moskouse provincieclub Satoern Ramenskoje failliet verklaard. Deze club uit de voorstad Ramenskoje van Moskou werd geheel betaald uit de begroting van de provincie Moskou. De club had echter toch een schuld opgebouwd van 1,1 miljard roebel (ruim 25 miljoen euro): 800 miljoen roebel bij crediteuren en 300 miljoen aan achterstanden in het uitbetalen van spelerssalarissen. Nadat het bestuur van de provincie Moskou had besloten niet langer geld in Satoern Ramenskoje te steken, werd ‘de club van de buitenaardsen’ failliet verklaard. Bij Satoern werd de tweede oorzaak van financiële problemen fataal: te grote afhankelijkheid van slechts één geldschieter.

Voor de start van de nieuwe competitie dreigden nog drie andere clubs hetzelfde lot te ondergaan als Satoern Ramenskoje, namelijk Amkar Perm, Krylja Sovetov Samara en Tom Tomsk. Onder sterke druk van de Russische regering en de Russische Voetbalbond staken regionale overheden en oligarchen echter extra geld in deze clubs en zo werden ze alsnog van de ondergang gered.

Locatie van de 16 clubs in de Premier League

Locatie van de 16 clubs in de Premier League in 2011/12. Vorig seizoen waren er zelfs vijf Moskouse clubs,
maar FC Moskva verdween in februari 2010 uit de competitie. Foto: Wikipedia

Zelffinanciering
Er zijn vier echte particuliere clubs in de top van het Russische voetbal: CSKA Moskou, Spartak Moskou, Anzji Machatsjkala en Krasnodar. De meeste Russische voetbalclubs in de Premier Liga worden geheel of gedeeltelijk gefinancierd door staatsbedrijven en/of uit regionale overheidsbegrotingen. Het uitgevaardigde principe van zelffinanciering houdt in dat in ieder geval de afhankelijkheid van de overheid moet worden afgebouwd.

Het zal echter moeilijk worden nieuwe financieringsbronnen te vinden of bestaande uit te breiden. De betaalzender NTV Plus betaalt de clubs per seizoen gezamenlijk 60 miljoen dollar voor de uitzendrechten (ongeveer vergelijkbaar met de 40 miljoen euro die de eredivisieclubs in Nederland van Eredivisie Live ontvangen), maar het kostte grote moeite het uitzendcontract te verlengen. De bezoekersaantallen in de stadions zijn zelfs dalende: van gemiddeld 13.543 toeschouwers per wedstrijd in 2008 naar gemiddeld 12.250 in het afgelopen seizoen van 2010.

De nieuwe Erecode van voorzitter Foersenko moet een einde maken aan negatieve verschijnselen in het Russische voetbal als omkoping van tegenstanders en scheidsrechters, supportersgeweld, hatelijke en onfatsoenlijke spreekkoren in de stadions en racisme jegens donkere spelers en spelers uit de Noord-Kaukasus. Dit zal een hele klus worden, omdat ze diep verankerd zijn geraakt in het Russische voetbal. Zo werd de tweede ronde van de competitie alweer ontsierd door racisme jegens de Braziliaanse sterspeler Roberto Carlos van Anzji Machatsjkala.

Kunstgrasvelden
Voor het begin van de nieuwe competitie speelde in het Russische voetbal een verschijnsel dat wel vaker in Rusland voorkomt: grootse plannen ontvouwen, maar de basisvoorwaarden daarvoor (nog) niet op orde hebben.

Zo is een normale gang van zaken rond de speeldata niet geregeld. Speeldata kunnen lopende de competitie regelmatig gewijzigd worden en bestaande data zijn soms ongelukkig ingepland. Zo moet Roebin Kazan vijf van de eerste zes wedstrijden uit spelen en heeft Rostov vergelijkbaar vijf uitwedstrijden op rij gekregen in het speelschema. Ook het in overeenstemming brengen van de Russische speelkalender met de Europese speelkalender lukt vaak niet. Russische bookmakers zijn van plan ook gokken op het verschuiven van speeldata mogelijk te maken.

Verder zijn er onvoldoende topscheidsrechters uit verschillende steden van het land. Voor de acht wedstrijden per speelronde zijn twaalf scheidsrechters beschikbaar. Maar hiervan komen er vijf uit Moskou, die geen wedstrijden van de vier Moskouse clubs mogen fluiten.

Tot slot konden vijf clubs geen bespeelbaar veld leveren aan het begin van de competitie: Krylja Sovetov Samara, Lokomotiv Moskou, Roebin Kazan, Anzji Machatsjkala en Spartak Naltsjik. De laatste drie kregen met kunst- en vliegwerk alsnog een minimaal acceptabel voetbalveld gereed. Lokomotiv Moskou week uit naar het kunstgrasveld van het nationale stadion Loezjniki in de hoofdstad. Krylja Sovetov moest voor zijn thuiswedstrijden uitwijken naar het Olympia-stadion van Rostov, misschien wel tot 1 mei.

De vraag is hoe de Russische Voetbalbond bij overgang naar een wintercompetitie bespeelbare velden denkt te kunnen garanderen. Dit lijkt alleen mogelijk bij een verplichte overgang naar kunstgrasvelden voor Russische profclubs.

En, o ja, komen er in de bittere winterkou naast de fanatiekste supporters vanaf het najaar van 2012 nog wel bezoekers naar de stadions, of wordt voetbal in Rusland een indoorsport op kunstgrasvelden?