Presidentsverkiezingen in Rusland (5): de luxebelasting

René Does

Eén van de meest besproken inhoudelijke thema's in de campagne voor de Russische presidentsverkiezingen was de invoering van een luxebelasting. Het thema was heel slim ingebracht door Vladimir Poetin. Hij maakte hiermee een duidelijk inhoudelijk punt en trok het initiatief in de campagne weer wat verder naar zich toe. Meer dan de helft van de Russen is voorstander van de invoering van een luxebelasting voor rijken.

Poetin op het congres van de RSPP

Poetin op het congres van de RSPP van 9 februari 2012. Foto: rspp.ru.

Waar zijn de rijken van Rusland bij elkaar te vinden? Bij de Russische Unie voor Industriëlen en Ondernemers (RSPP), ook wel de 'Oligarchenvakbond' genoemd. Poetin had het idee van een luxebelasting al eens eerder geopperd, maar kwam er gedetailleerder op terug tijdens het laatste congres van de RSPP op 9 februari. De luxebelasting moet in 2013 ingevoerd worden.

Poetin gaf in zijn rede aan dat de fiscale en financieel-economische betekenis van een luxebelasting gering is en dat het vooral gaat om de 'psychologische' waarde ervan. Zijn motivering om de luxebelasting in te voeren was dat deze 'een soort maatschappelijk erkende betaling is voor het afzien van productieve investeringen ten gunste van overmatige consumptie en pronkzucht'.

Verder stelde hij als voorwaarde dat de luxebelasting de middenklasse niet mocht raken. Poetin maakte hiermee naar de kiezers het punt dat de grote inkomensverschillen tussen arm en rijk in Rusland kleiner moeten worden, een breed gedeeld standpunt onder de meerderheid van de bevolking.

De RSPP speelde het spel mee. Na de rede organiseerde de Unie tot in alle uithoeken van het land een brede maatschappelijke discussie over het voorstel van Poetin. Ook in de media werd er ruim aandacht aan besteed. Het leverde een kleurrijk en soms absurdistisch debat op over een thema dat de emoties duidelijk beroerde. Kortom, een slimme campagnezet van Poetin, zo moesten ook zijn tegenstanders erkennen.

Want het idee van de invoering van een luxebelasting doe natuurlijk veel vragen opkomen. Wat is 'luxe'? Hoe ga je deze meten? Hoe ga je vastgestelde 'luxe' belasten? Voor welke tarieven? De RSPP vroeg haar leden wat ze als 'overbodige luxe' beschouwden. Genoemd werden een privé-vliegtuig, een jacht, een elitehuis of een eiland in het buitenland. RSPP-voorzitter Aleksandr Sjochin grapte: 'In wezen kun je de hele Roebljovskoje Sjosse (Roebljovka-straatweg, één van Moskou's allerduurste straten - RD) gewoon belasten.' Hij prees de 'moreel-ethische' betekenis van de voorgenomen luxebelasting.

In de brede maatschappelijke discussie werden zaken als dure juwelen, antiek en schilderijen aan 'luxe' toegevoegd. Bedrijfsjurist Sergej Pepeljajev betitelde de belasting hierop als 'afgunstbelasting'.

Het Ministerie van Economie stelde voor het begrip 'luxe' vanwege de uitvoerbaarheid te beperken en te definiëren tot woonhuizen met een oppervlakte van duizend vierkante meter of meer en auto's met een motorvermogen van 250 pk of meer. Ook dit leverde weer veel stof voor discussie op. Wat te doen met de bejaarden die als resultaat van de privatisering het geluk hadden een grote woning aan bijvoorbeeld de elitaire Tverstraat in Moskou in bezit te hebben gekregen? Vielen boeren met een groot uitgevallen boerderij ook onder de norm? En moest het alleen over privé-bezit gaan of ook over particulier gebruik van bedrijfsbezit, zoals bedrijfsauto's van het staatsgasconcern Gazprom?

En wat betreft het motorvermogen: in Siberië met zijn vele onverharde wegen en in de bergachtige Noord-Kaukasus had je al snel 250 pk nodig om überhaupt vooruit te komen in een auto. Zou 300 pk als ondergrens beter zijn? Of 400 pk? Of 500 pk? Of zelfs 600 pk?

Zou het bij de belasting van grote huizen bovendien niet beter zijn om van de huiswaarde uit te gaan vanwege de grote regionale verschillen? In de stad Moskou is een luxe huis op basis van de vierkante meterprijs een huis met een prijs van 12 miljoen roebel (zo'n 300.000 euro) of meer, maar in de provincie Moskou kost een luxe huis 4,6 miljoen roebel of meer en in de provinciestad Tambov 856.900 roebel of meer.

De voorstanders van het voorstel wezen er in de discussie ook op dat (historische) vormen van luxebelasting normaal zijn en in het buitenland ook voorkomen. Zij noemden als voorbeelden de vermogensbelasting in veel westerse landen, de cosmeticabelasting in China en de chocoladebelasting van Noorwegen.

Volgens Oksana Dmitrijeva, de voorzitster van de commissie voor belastingzaken van de Staatsdoema, moest de luxebelasting jaarlijks 200 tot 250 miljoen roebel (5 tot 6 miljoen euro) opleveren. Dit is natuurlijk een miniem bedrag in de staatshuishouding van Rusland.

Vooral de economen die met de oppositie sympathiseren beoordeelden het voorstel van Poetin als een verkiezingsstunt. Zij stelden dat de uitvoeringskosten veel hoger konden uitvallen dan de opbrengsten van de luxebelasting. Zo kon de grote autobelasting nog wel makkelijk geïnd worden als extra heffing op de transportbelasting, maar voor het heffen van de grote huizenbelasting moest er eerst een betrouwbaar onroerend goedkadaster worden opgebouwd. Bovendien zouden de rijken die het betrof ongetwijfeld wegen vinden om de luxebelasting te ontduiken en had de overheid in het bestaande belastingstelsel al genoeg mogelijkheden om de superrijken extra te belasten via de onroerend goedbelasting, de transportbelasting en de accijnzen.

De oppositie-economen konden ook wel begrijpen waarom de RSPP het spel met verve meespeelde. De verschillen in de inkomensverhoudingen zouden er niet wezenlijk door worden aangetast. Het ging voor de achterban van de RSPP niet om hoge bedragen en om heffingen die makkelijk te verlagen of te ontduiken waren.

En het belangrijkste: zo lang er over de invoering van de luxebelasting gepraat zou worden, ging het gesprek niet over belastinghervormingen die de rijken wel echt zouden kunnen treffen, zoals de invoering van een progressieve loonbelasting in plaats van de vlaktaks van 13 procent sinds 2000 of de invoering van een belastingheffing op kapitaalexport. In 2011 was de omvang van de kapitaalvlucht ten opzichte van 2010 gestegen van 33,6 miljard tot 83 miljard dollar.


Volgende aflevering: de oppositie buiten het politieke systeem.
Vorige afleveringen: de rokirovka, de demonstraties, Poetins tegenstrevers, kandidaat Poetin.