Rusland in 2011 en 2012 (4): regio´s
René Does
De eerste jaren van het tweede decennium van de 21ste eeuw zijn alweer achter de rug. In Rusland zijn 2011 en 2012 twee bijzondere jaren geweest met een piek in aandacht in de winter van 2011 en 2012: de tijd dat er tamelijk onverwacht een sterke oppositiebeweging tegen het bewind van Vladimir Poetin opstond.
Als vervolg op een dergelijke serie op deze site, over de ontwikkelingen in Rusland in het eerste decennium van deze eeuw, start nu een serie over de ontwikkelingen in Rusland in 2011 en 2012. Vanwege de hierboven gesignaleerde piekbeweging zijn deze twee jaren interessant om in één keer te behandelen. De serie werd weer gemaakt op basis van speciale dikke eindejaarsbijlagen van de kwaliteitskrant Nezavisimaja Gazeta (Onafhankelijke Krant), van 30 december 2011 en 29 december 2012.
De redactie van Nezavisimaja Gazeta behandelt in de bijlagen dertien categorieën onderwerpen: algemene ontwikkelingen, politiek, economie, Russische regio´s, ´nabije´ buitenlandse politiek (de veertien andere voormalige sovjetrepublieken die al dan niet lid zijn van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten), ´verre´ buitenlandse politiek (buiten de voormalige Sovjet-Unie), maatschappij, wetenschap, militaire zaken, religie, cultuur, kunst en televisie. De keuzes van de redactie zijn vaak voorspelbaar, maar soms ook onverwacht.
Hieronder het vierde deel, over de regio's.
2011
- Nieuw stadsbestuur in Sint Petersburg. Met uitzondering van de stadsdoema kreeg Sint Petersburg een geheel nieuw stadbestuur. Deze uitspraak doelt er voornamelijk op dat het oude bestuur vertrok, met name gouverneur Valentina Matvijenko. Zij wordt gezien als de machtigste vrouw in de Russische politiek.
Na haar vertrek uit Sint Petersburg werd zij voorzitter van de Federatieraad, het hogerhuis van het Russische parlement. Hiervoor moest zij twee verkiezingen winnen: voor een zetel in de Federatieraad in haar stad Sint Petersburg en vervolgens in de senaat zelf. Beide verliepen zonder problemen.
Na haar aantreden als voorzitter van de Federatieraad schafte zij alle commissies van dit orgaan af en verminderde het aantal comités van 27 naar tien. Verder riep zij op tot een depolitisering van de Federatieraad door de raadsleden op te roepen hun partijlidmaatschap op te geven of te bevriezen, zodat de Federatieraad nog meer een vertegenwoordigend orgaan van de 82 Russische regio´s kon worden.
- Rampen ter land, ter water en in de lucht. Het jaar 2011 zat vol grote rampen in de transportsector. Het begon op 24 januari op het Moskouse vliegveld Domodedovo, waar een moslimextremist uit de deelrepubliek Ingoesjetië in de Noord-Kaukasus, Ali-Joert Magomed Jevlojev, een terroristische aanslag pleegde in de vorm van een bomaanslag waarin 37 doden en ruim honderd gewonden vielen.
De grootste ramp vond plaats op 10 juli op de Wolga in Tatarstan: daar zonk het riviercruiseschip de Boelgarija op 2,5 kilometer van de oever. Van de 205 opvarenden verdronken er 122, onder wie bijna dertig kinderen. Op 7 september stortte bij het vliegveld van Jaroslavl een Jak-42-vliegtuig neer. Bij deze vliegramp overleden 44 van de 45 inzittenden, onder wie de 37 leden van het topijshockeyteam van Lokomotiv Jaroslavl.
En op 18 december kantelde in een ijzige storm op de Zee van Ochotsk in het oosten van Siberië het olieplatform Kolskaja, waarbij veertien opvarenden omkwamen. Ondanks deze rampen hoefde minister van Transport Igor Levitin niet af te treden.
- Blijvend geweld in de Noord-Kaukasus. In de Noord-Kaukasus bleef de vicieuze cirkel van moslimextremistisch geweld en tegenmaatregelen door de landelijke en regionale veiligheidsorganen doorgaan. In sommige deelrepublieken nam het geweld wel af, met name in Tsjetsjenië. Daar waren in 2011 ´slechts´ 202 slachtoffers van politiek geweld, 92 doden en 110 gewonden.
De meest gewelddadige republiek in de Noord-Kaukasus was Dagestan: hier vielen in de eerste elf maanden van het jaar 372 doden en 313 gewonden door geweld. In de hele regio Noord-Kaukasus ging het in deze periode om 683 doden en 522 gewonden, onder wie 170 doden en 324 gewonden onder politieagenten en militairen. Ter vergelijking: in Afghanistan sneuvelden in 2011 512 NAVO-militairen en bijna 2.000 leden van de Taliban en Afghaanse burgers.
- Minder macht voor regionale presidentiële gevolmachtigden. In 2000 werden door president Vladimir Poetin regionale presidentiële gevolmachtigden aangesteld in zeven federale districten die tussen het landsbestuur en de 82 regio´s werden geschoven. Zij waren bedoeld om de toenmalige grote macht van de 82 regionale gouverneurs en presidenten te breken.
Nu deze functionarissen weer netjes aan de leiband van het Kremlin lopen, heeft het instituut van de presidentiële gevolmachtigden zijn politieke waarde verloren. Maar opgeheven worden ze niet. Poetin riep de presidentiële gevolmachtigden dit jaar op zich bezig te houden met het ´stimuleren van moderniseringsprocessen´.
- Etnische knokpartij in Sagra. Het datsjadorp Sagra in de Oeral werd landelijk bekend door een grote knokpartij tussen etnische Russen en zigeuners. De bewoners van het datsjadorp waren boos geworden om de diefstal op hun volkstuinen door de plaatselijke bende van Sergej de Zigeuner.
Toen zij verhaal kwamen halen bij de zigeunerleider, trommelden ook de zigeuners aanhangers op. Op 1 juli kwam het tot een enorme vechtpartij, waarin ook geschoten werd en een dode viel. In december werden 23 deelnemers in het gevecht aangeklaagd wegens banditisme, het organiseren van massale ordeverstoringen en het uiten van doodsbedreigingen.
2012
- Teleurstellende APEC-top in Vladivostok. De top van de Asia-Pacific Economic Cooperation (APEC), die plaatsvond op 9 en 10 september, werd voor medelid Rusland een teleurstelling. Voor de organisatie van de top werden enorme investeringen in de strategisch belangrijke Zeeprovincie (Primorski Kraj) in het Verre Oosten gedaan, namelijk van 689 miljard roebel (17 miljard euro). Topstukken in het investeringsprogramma waren de oprichting van de Universiteit van het Verre Oosten op het eiland Roesski voor Vladivostok en een prachtige brug tussen het vasteland en dit eiland.
Het programma werd echter niet naar tevredenheid uitgevoerd. Van de 67 geplande objecten waren er slechts 23 op tijd klaar. Soms liet de kwaliteit van het werk sterk te wensen over. Het ontwikkelingsprogramma werd ontsierd door een enorme corruptieaffaire. Er werden 23 strafzaken geopend en viceminister van Regionale Ontwikkeling Roman Panov werd ontslagen wegens verduistering van 2,2 miljard roebel (50 miljoen euro).
De regio Verre Oosten kampt met twee problemen die de APEC-top moest helpen verzachten: het wegtrekken van de bevolking en een gebrek aan kapitaal en investeringen. Maar het Verre Oosten lijkt een ´afgelegen economisch achterland van Rusland´ te blijven.
- Watersnoodramp in Krymsk. Op 7 juli vond in de Zuid-Russische plaats Krymsk in de Koeban de ernstigste natuurramp sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie plaats: een enorme overstroming als gevolg van een dambreuk in het stuwmeer van Neberdzjajev na hevige regenval. Een tsunami-achtige golf spoelde vervolgens over Krymsk (57.000 inwoners). De wateroverlast kostte 172 mensen het leven en 30.000 inwoners verloren huis en haard.
De ramp was het gevolg van een combinatie van natuurlijke en menselijke factoren. In de natuur ging volgens de Wet van Murphy fout wat er fout kon gaan: enorme regenval, het bergachtige landschap dat de overstroming versterkte en verstopping van de plaatselijke rivier met afval. Verder werd er door plaatselijke inwoners gesteld dat het overvloedige water toen het niet meer te houden was richting Krymsk werd gestuurd om de naburige belangrijke havenstad Novorossijsk aan de Zwarte Zee voor een overstroming te behoeden.
Drie plaatselijke bestuurders werden gearresteerd wegens plichtsverzuim. Hiervoor konden zij zeven jaar celstraf krijgen. Ook de burgemeester van het naburige dorp Nizjnebakansk werd aangehouden. De gearresteerde bestuurders werd verweten dat ze geen maatregelen hadden genomen na de slechte weersvoorspelling, zoals de evacuatie van inwoners. Ook zouden zij na de dodelijke dambreuk geen overstromingsalarm hebben gegeven.
-
´Rubberen Moskou´. De hoofdstad Moskou werd in juli in oppervlakte 2,4 keer zo groot. Eenentwintig gemeenten ten zuidwesten werden bij de stad getrokken. Hiermee grenst Moskou tegenwoordig in het zuidwesten zelfs direct aan de provincie Kaloega.
De hoofdstad groeide binnen de oude grenzen uit zijn voegen. Het nieuwe stadsgebied moet de komende twintig jaar in projectvorm ontwikkeld worden. Er zijn zelfs plannen om ministeries en het parlement naar het nieuwe stadgebied te verhuizen.
Veel inwoners kreeg Moskou er door de uitbreiding niet bij, namelijk 250.000. Wel veel land: Moskou werd 148.000 hectare groter, waarvan 74.000 hectare bos, 26.000 hectare landbouwgrond en 39.000 hectare bebouwing.
- Ministerie voor het Verre Oosten. In samenhang met de APEC-top werd er nog meer ondernomen om het Verre Oosten te ontwikkelen. Aanvankelijk was er het plan speciaal voor de regio een staatscoöperatie op te richten, maar uiteindelijk werd het een Ministerie voor het Verre Oosten. De presidentiële gevolmachtigde in de regio Verre Oosten, Viktor Isjajev, werd de eerste minister.
De regio wordt door de machthebbers om drie redenen zo belangrijk gevonden: de grote hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen in de grond, de strategische ligging in de regio van de Stille Oceaan en de verontrustende leegloop van de bevolking als gevolg van de huidige onderontwikkeling. Toch vindt de Nezavisimaja Gazeta alle maatregelen voor de regio veel op ondoordacht paniekvoetbal lijken.
- Ontwikkelingsplannen voor de Noord-Kaukasus. Ook in 2012 bleef de Noord-Kaukasus het toneel van misdaad, terroristisch geweld van moslimradicalen en politionele en militaire tegenacties. Dit jaar waren vooral de republieken Dagestan en Kabardino-Balkarië onrustig. De Noord-Kaukasus maakt slechts 1 procent van het grondgebied van de Russische Federatie uit, maar een kwart van de militaire uitgaven wordt besteed aan de regio.
Naast de militaire onderdrukking werd er een economisch ontwikkelingsprogramma voor deze armste Russische regio afgekondigd. Tot 2025 moet er 2,5 biljoen roebel (62 miljard euro) in de Noord-Kaukasus worden gestoken voor het oprichten van ´centra van economische groei en toeristische recreatiezones´. Met name het toerisme wordt voor het in principe schilderachtige berggebied belangrijk geacht. Maar toerisme wordt door de Nezavisimaja Gazeta zolang de veiligheidssituatie zo slecht blijft beschouwd als een ´utopie´.