Rusland in 2014 (5): nabije buitenlandse politiek
René Does
Als vervolg op drie eerdere series op deze site, over de ontwikkelingen in Rusland in de jaren 2011 en 2012, in 2013 en de ontwikkelingen in het eerste decennium van deze eeuw, start nu een serie over de ontwikkelingen in Rusland in 2014. De serie wordt weer gemaakt op basis van de speciale dikke eindejaarsbijlage van de kwaliteitskrant Nezavisimaja Gazeta (Onafhankelijke Krant), van 30 december 2014.
De redactie van Nezavisimaja Gazeta behandelt in de jaarlijkse bijlage veertien categorieën onderwerpen: algemene ontwikkelingen, politiek, economie, Russische regio's, 'nabije' buitenlandse politiek (de veertien andere voormalige sovjetrepublieken die al dan niet lid zijn van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten), 'verre' buitenlandse politiek (buiten de voormalige Sovjet-Unie), maatschappij, wetenschap, militaire zaken, religie, cultuur, literatuur, kunst en televisie.
De keuzes van de redactie zijn vaak voorspelbaar, maar soms ook onverwacht. Hieronder het vijfde deel, over de belangrijkste gebeurtenissen in het 'nabije' buitenland.
- Tragedie door brand in Odessa. In navolging van de annexatie van de Krim en de pro-Russische separatistische opstand in Oost-Oekraïne leek ook even de zuidelijke Oekraïense havenstad Odessa aan de Zwarte Zee vlam te vatten met een pro-Russische opstand onder de inwoners. Maar naast demonstraties en een tentenkamp van pro-Russische separatisten waren er ook demonstraties van aanhangers van de pro-westerse regering in Kiev, vaak aangevoerd door supporters van de voetbalclubs Metallist Charkov en Tsjernomorets Odessa.
Op 2 mei liep het uit de hand. Pro-Kiev demonstranten verjoegen de pro-Rusland demonstranten uit hun tentenkamp op het Koelikovo-veld naar het vakbondsgebouw in de stad. Daar ontstond een brand, waarin 48 doden vielen, 41 mannen en 7 vrouwen, en ruim 200 gewonden. Beide partijen gaven elkaar de schuld voor het op deze dodelijke manier uit de hand lopen van de tweestrijd.
Poetin ontmoette Chadzjimba op 24 november in Sotsji. Foto: kremlin.ru.
Unieverdrag met Abchazië. Rusland had in augustus 2008 de onafhankelijkheid van de Georgische deelrepubliek Abchazië erkend. Op 29 november 2014 ondertekenden Vladimir Poetin en zijn Abchazische collega Raoel Chadzjimba in het Kremlin een Unie- en integratieverdrag.
Hoewel Rusland beloofde Abchazië te helpen in de ontwikkeling van perspectiefrijke sectoren als het toerisme en in de defensie tegen Georgië, kwam het verdrag toch niet makkelijk tot stand wegens Abchazische weerspannigheid op gevoelige punten. Zo waren de Abchazen tegen het volledig uit handen geven van hun veiligheidsbeleid aan Rusland en tegen een makkelijke Abchazische paspoortverlening aan Russen, uit angst dat hierdoor wel eens veel Russen uit arme Russische regio's naar de mooie subtropische republiek konden trekken.
Verder roept het voornemen Abchazië te integreren in nieuwe samenwerkingsverbanden van voormalige sovjetrepublieken, zoals de Euraziatische Economische Unie, grote twijfels op, omdat buiten Rusland geen enkele andere voormalige sovjetrepubliek de onafhankelijkheid van Abchazië heeft erkend.
- Moldova kiest voor Europa. In juni ondertekende Moldova het Associatieverdrag met de Europese Unie. Deze pro-Europese keuze werd bevestigd door de parlementsverkiezingen van 30 november, toen de alliantie van pro-Europese rechts-liberale partijen won.
Zelfs de voorheen pro-Russische Communistische Partij van Moldova was nu voor de Europese koers. De pro-Russische koers werd inmiddels uitgedragen door de Socialistische Partij van Moldova. Niettemin bleef de Moldavische bevolking nog steeds op fifty-fifty basis verdeeld tussen aanhangers van een pro-Europese en aanhangers van een pro-Russische koers.
Die laatste groep bestaat voor een belangrijk deel uit de circa 700.000 Moldavische gastarbeiders die in Rusland werken. Maar door de nieuwe economische crisis in Rusland lijkt ook die groep te slinken, zeker nu zij als alternatief naar de Europese Unie kunnen reizen door het afschaffen van de visumplicht voor Moldaviërs in de EU-lidstaten.
- Handelsoorlog met Wit-Rusland. De Russische douane maakte de export van Wit-Russische goederen, met name voedingsmiddelen, naar Rusland weer erg moeilijk. Dit kwam doordat Rusland het buurland ervan beschuldigde de door Russische sancties getroffen Europese landbouwproducten als Wit-Russische producten naar Rusland te her-exporteren.
Wit-Rusland beschuldigde Rusland op zijn beurt ervan doorvoer van deze producten naar Kazachstan en andere Aziatische landen op zijn grondgebied tegen te houden. Rusland deed dit omdat deze goederen in EU-lidstaten in vrachtwagen zouden zijn geladen. Beide landen gingen zelfs weer douaneposten aan de wederzijdse grens inrichten.
In november werd de import van de productie van 17 Wit-Russische voedingsbedrijven in Rusland verboden, omdat hun producten niet aan de sanitaire en gezondheidsnormen zouden voldoen, waarop Wit-Rusland stelde op dit gebied 'een halve eeuw' voor te lopen op Rusland. En dit alles in het jaar voor de start van de Euraziatische Economische Unie op 1 januari 2015, waarvan beide landen lid werden.
- Start Euraziatische Economische Unie. Op 29 mei werd het verdrag over de oprichting van de Euraziatische Economische Unie (EAES) per 1 januari 2015 getekend door Rusland, Kazachstan, Wit-Rusland en Armenië. Op 23 december sloot ook Kirgizstan zich aan. Herhaaldelijk stelden de leden dat het niet ging om een nieuw soort Sovjet-Unie, maar om een gemeenschappelijke vrijhandels- en transportzone.
De aanloop naar de start van de EAES verliep niet zonder onderlinge problemen. Wit-Rusland verkocht zijn deelname duur. Rusland moest voor Wit-Rusland flink in de buidel tasten, met name via het afschaffen van de exportheffingen op door Wit-Rusland met Russische olie geproduceerde olieproducten. Dit betekende in de praktijk een jaarlijkse subsidie van drie tot vier miljard dollar van Rusland aan Wit-Rusland.
Verder waren de EAES-leden buiten Rusland helemaal niet blij met de gevolgen van de Russische inmenging in Oekraïne. Zo steunden Kazachstan en Wit-Rusland de Russische sancties op westerse landbouwproducten niet en leden hun economieën mee met de waardedaling van de roebel, die mede het gevolg was van de westerse sancties tegen Rusland.